Wie had dat gedacht!
De Hollandse stamppotten, stevige maaltijdsoepen en vullende ovenschotels laten we met warm weer vaak voor wat het is. Deze zware maaltijden passen nou eenmaal niet bij de warme zomerperiode. We kiezen daarom veel liever voor een frisse salade of een lekker ijsje. Maar waar ligt dit nu precies aan?
Dit is het verlossende antwoord.
Assocatie
Professor Kees de Graaf doet onderzoek op de Wageningen Universiteit naar smaak en voedingsgedrag. Aan Nu.nl vertelt de professor het volgende: “We krijgen zin in koudere dingen als het warm is. Dat associeer je met fris, dorstlessend en verkoelend. Omdat je meer transpireert, ga je ook meer drinken, wat weer goed is voor het dorstgevoel. Tenminste, dat is voor de meeste mensen het geval. Bij oudere mensen vermindert de sensitiviteit voor dorst.”
Minder trek
Als het zo warm is als de afgelopen periode, hebben we gewoonweg minder trek dan op minder warme dagen. Maar hoe komt dit eigenlijk precies? Een logische verklaring zou zijn dat, zodra we eten, ons spijsverteringsstelsel aan het werk wordt gezet. Tijdelijk stijgt hierdoor onze lichaamstemperatuur waardoor we automatisch minder snel zin hebben om te eten als met een warme temperatuur buiten. De Graaf ondersteund echter deze verklaring niet helemaal. “Uit data is wel gebleken dat je meer eet wanneer je het koud hebt dan onder warme omstandigheden. Maar het is niet zo dat ze in warme gebieden overwegend minder eten.” Sterker nog: in veel landen waar het doorgaans warm is, heeft een deel van de bevolking zelfs overgewicht, aldus De Graaf. “Kijk maar naar landen als Mexico.”
Maar hoe kan het dan wél dat we minder trek hebben als het warm is buiten? Lees het antwoord op de volgende pagina!
Pagina 1/2