Ben jij lactose-intolerant?

Je verwacht het waarschijnlijk niet, maar toch kun je best wat kaassoorten eten als je lactose-intolerant bent. Natuurlijk zijn niet alle soorten kazen geschikt. Daarom is het belangrijk om te weten welke kaassoorten je wél kan kiezen als je voor het kaasschap in de supermarkt staat. 

Let hier voortaan op als je op de kaasafdeling staat.

Zuursel en stremsel

Belangrijk om te weten is waar kaas precies uit bestaat. Het is wordt gemaakt van zuursel (melkbacteriën) en stremsel. Het zuursel in kaas snoept van de lactose (melksuiker). Vaste stoffen in de melk (melkeiwit en melkvet) klonteren samen door de stremsel. De uiteindelijke wrongel die ontstaat is de voorloper van kaas. Toch eindigt niet elke kaas met dezelfde hoeveelheid lactose en dit is vooral belangrijk om te weten voor de mensen die lactose-intolerant zijn.

Rijpingsproces

Chemicus en schrijver, Michael Tunick van het boek ‘The Science of Cheese’ vertelt: “Hoe langer de kaas heeft gerijpt, hoe groter de kans dat je ‘m kan eten als je lactose-intolerant bent.” Op zich logisch, want het toegevoegde zuursel eet de lactose op. Dus hoe ouder de kaas is, hoe minder lactose erover blijft. Harde, oude kazen zijn dus meestal de beste keuze voor mensen die lactose-intolerant zijn. Denk aan een gerijpte cheddar, Goudse kaas, Parmezaan, blauwe of Zwitserse kaas. Een ‘jonge’ kaas zoals feta, bevat een behoorlijke hoeveelheid lactose bevat en is dus ongeschikt is voor mensen met lactose-intolerantie.

Koolhydraten

Heb je lactose-intolerantie? Dan is de makkelijkste manier om erachter te komen of een kaassoort geschikt is: het etiket checken. Staan er weinig koolhydraten op de verpakking, ofwel suiker per 100 gram? Dan bevat de kaas weinig lactose. Kazen die juist rijk zijn aan lactose bevatten vaak meer dan 5 gram koolhydraten per 100 gram.