We zitten volop in het aardappelsalade-seizoen
Gebakken, gekookt, gefrituurd of gepoft: in Nederland zijn we gek op aardappelen, ongeacht hoe ze bereid zijn. Dus ook wanneer we gaan barbecueën, eten we daar graag een aardappelgerecht bij. Een bijgerecht volstaat. Sterker nog, we zijn gek op aardappelsalade. En hoewel zo’n salade niet heel moeilijk is om te maken, blijkt dat we in de bereiding toch vaak een bepaalde fout begaan.
Aardappelsoorten
Alleen al de aardappelafdeling in de supermarkt zou bijna een winkeltje op zich kunnen zijn. Alleen al in de kleinere supermarkten vind je een groot aanbod aan aardappelsoorten. Van Bildtstar tot Redstar en van Turbo tot aan Vitelotte. Het is natuurlijk altijd fijn om opties te hebben, maar dat maakt het ook lastig kiezen. Welke kun je het beste waarvoor gebruiken? Er zit namelijk nogal een verschil tussen de piepers.
Zetmeel
Aardappelen die rijk zijn aan zetmeel, zoals bijvoorbeeld Russet Burbank, gaan sneller kapot tijdens het koken. Deze aardappelen zijn daarom erg geschikt voor aardappelpuree, want ze nemen melk, room en boter erg goed op. Doordat ze sneller kapot gaan, zijn ze dan weer niet geschikt voor de aardappelsalade. Ze gaan namelijk snel kapot wanneer je de salade wilt roeren.
Dunne schil
Welke aardappelen dan wél geschikt zijn voor een aardappelsalade? Aardappelen met een dunne schil. Enkele voorbeelden hiervan zijn krieltjes, rode bliss en jonge aardappelen die nog amper een schil hebben ontwikkeld. Deze behouden hun stevigheid wanneer je ze kookt en gaan ook niet zo snel kapot wanneer je je salade wilt roeren. Zo voorkom je dat je aardappelsalade een soort puree wordt.
Lees ook: Kazige aardappelgratin met drie soorten aardappels
Dit bericht bewaren? Pin hem dan op Pinterest!
Bron: Pure Wow | Beeld: Adobe Stock