Croissantjes maken moeilijk? Niet met dit recept!
Het is makkelijk om een knapperig croissantje bij de bakker te kopen, maar zelf maken is veel lekkerder. Lijkt het je te lastig? Met dit recept leggen we alles stap-voor-stap uit en leer je hoe je zelf een traditioneel croissantje en een chocoladecroissantje maakt. Aan de slag!
Gebruikers van de mobiele versie van deze website vinden de ingrediëntenlijst onderaan het artikel.
Zo maak je zelf een knapperig croissantje
Voor het deeg:
- Klop in een grote kom bloem, suiker en zout door elkaar. Voeg daarna het gist erdoor en klop het opnieuw.
- Voeg koude boter toe aan de droge ingrediënten en meng dit goed door elkaar.
- Gebruik je handen om de boter te breken en zorg ervoor dat alles goed gecombineerd wordt. Let op: de boter moet groot blijven en mag niet kleiner zijn dan een halve walnoot.
- Voeg koude melk aan het mengsel toe en roer met je handen tot er een deeg begint te vormen.
- Voeg meer melk toe, 1 eetlepel per keer, totdat het deeg nauwelijks bij elkaar blijft als het wordt samengedrukt.
- Leg het deeg op het aanrecht en vouw het een paar keer over zichzelf om het samen te brengen. Zorg ervoor dat er geen droge plekken zijn en dep het in een groot vierkant.
- Dek het af met plasticfolie en koel voor minimaal 1 uur.
- Bestuif het aanrecht met bloem en rol het deeg in een rechthoek. Het langere uiteinde moet evenwijdig zijn aan de rand van het aanrecht. Vouw de rechterkant naar het midden en vouw de linkerkant om.
- Vouw het deeg in drie delen, net als een brief. Draai het deeg 90 graden zodat het naar je toe wijst.
- Rol het deeg opnieuw uit en herhaal dezelfde vouwen. Wikkel het opnieuw in plasticfolie en leg het voor 30 minuten in de koelkast. Herhaal dit nog een keer en koel het daarna 4 uur tot maximaal een nacht.
- Laat het deeg 10 minuten rusten op kamertemperatuur. Bestuif het aanrecht met meer bloem en rol het uit tot een rechthoek.
- Laat het deeg opnieuw 5 minuten rusten voordat je het aansnijdt, om te voorkomen dat de croissants te veel krimpen.
- Met het lange uiteinde van je deeg parallel aan het aanrecht, snijd het deeg in de lengte doormidden zodat je 2 stukken hebt van 50 x 17 centimeter.
Voor traditionele croissants:
- Snijd het deeg in driehoeken van 12 centimeter breed.
- Snijd in het midden van de basis van elke driehoek een diepe spleet van 2,5 centimeter en waaier uit elkaar om een overdreven ‘V’ in de spleet te krijgen.
- Trek voorzichtig aan de punt van de driehoek en rek deze uit.
- Begin bij de basis en rol losjes in de richting van de punt. Zorg ervoor dat de punt volledig onder de croissantjes terechtkomt.
Voor chocoladecroissants:
- Snijd voor de chocoladecroissants het deeg in rechthoeken van 10 centimeter breed.
- Plaats wat chocolade ongeveer 2,5 centimeter vanaf de onderkant van de rechthoek. Vouw het deeg een keer over de chocolade.
- Plaats meer chocolade precies op de vouw en rol de croissant verder totdat deze eronder lijkt te liggen.
In de oven
- Leg de croissantjes op twee grote, met bakpapier beklede bakplaten.
- Dek het af met keukenpapier en laat 3 tot 4 uur rijzen op een warme plek. Let op: ze mogen niet in omvang verdubbelen, maar zullen er gezwollen uitzien. Het deeg moet langzaam terugveren als er met een vinger in wordt gepord.
- Verwarm de oven voor op 220 ºC.
- Bestrijk de croissants met eierwas en bak ze 8 minuten.
- Zet de oven lager tot 190 ºC en draai de bakplaten.
- Blijf nog 14 tot 17 minuten bakken, tot de croissants diep goudbruin en gepoft zijn.
- Laat het 10 minuten afkoelen.
- Eet smakelijk!
Ook interessant: Wil je croissants opnieuw opwarmen? Dan kan op vijf manieren
Wil je dit artikel bewaren? Pin ‘t op Pinterest!
Bron: Delish | Beeld: Pexels