Volgens onderzoekers is je smaak deels aangeboren
Het is bijna een onmogelijke keuze, maar als je dan tóch moet kiezen: nooit meer chips of nooit meer chocola? Waarschijnlijk heb je wel een voorkeur voor één van de twee en beschouw je jezelf meer als een zoetekauw, óf als een liefhebber van hartig. Je hebt er vast nog nooit over nagedacht hoe deze voorkeur ontstaat, maar onderzoekers ontdekten dat het deels in je genen zit! Hoe zit dit precies?
Ben jij een zoetekauw of juist een groot fan van hartige snacks?
Aangeboren
Wetenschappers ontdekten dat je voorkeur voor zoet of hartig waarschijnlijk deels aangeboren wordt, in plaats van met de paplepel wordt ingegoten. Nanette Steinle is expert op het gebied van medicijnen en diabetes en deed onderzoek naar het verband tussen genen en de perceptie van zoet, zout, zuur en bitter. ”Er zijn specifieke receptoren die de zoete en zoute smaak regelen”, zo legt ze uit aan The Huffington Post. Op basis van haar bevindingen kan ze met zekerheid stellen ‘dat er een genetische basis ten grondslag ligt aan de voorkeur voor zoet, zout of bitter.’
Obesitas
Wetenschappers van 23andMe, een Amerikaans bedrijf dat DNA-testen uitvoert, vond een vergelijkbaar resultaat. Zij ontdekten dat er 43 genen zijn die gelinkt kunnen worden aan je voorkeur voor zoet of zout eten. ”Die genen worden ook vaak in verband gebracht met de genen die je stofwisseling en BMI beïnvloeden”. aldus Janie Shelton, één van de onderzoeksters. Ze noemt het FTO – oftewel obesitas-gen – als belangrijkste. Mensen die over dit gen beschikken, zouden vaker meer zin hebben in zoete en zoute voeding en een hoger risico lopen op overgewicht dan mensen bij wie het gen ontbreekt. Om dan terug te komen op de voorkeur voor zoet of hartig: uit een Deense studie blijkt dat mensen met het obesitas-gen 20 procent meer geneigd zullen zijn om naar zoetigheid te grijpen, in plaats van naar hartige snacks.
BMI en stofwisseling
Naast je genen kunnen er meer lichamelijke factoren zijn die bepalen of je een voorkeur hebt voor zoet of hartig. Je stofwisseling, BMI en het beloningscentrum in je hersenen zijn enkele van die factoren. Op deze biologische zaken heb je geen invloed, maar gebruik ze niet als excuus om een zak chips of bak ijs open te trekken.
Andere factoren
Natuurlijk spelen ook de eetgewoonten waarmee je bent opgegroeid een belangrijke rol. Wanneer je na het eten bijvoorbeeld hunkert naar een toetje, lijkt het misschien of je lichaam op dat moment ook echt iets zoets nodig heeft, maar dat is niet zo. Je hebt jezelf dan gewoon aangeleerd om na het avondeten te verlangen naar een lekker toetje.
Lees ook: Heb je ontzettend veel zin in een bepaald soort voedsel? Dit zegt het mogelijk over je gezondheid
Wil je dit artikel bewaren? Pin ‘m dan op Pinterest!
Bron: Huffington Post, Margriet | Beeld: Unsplash