We zetten ze even op een rijtje
Ben je net begonnen met koken of gewoon niet echt een keukenprinses? Of zijn er termen die niet begrijpt als je een kookboek leest? Geen zorgen! Wij sommen de verschillende kooktechnieken even voor je op.
1. Bakken
Bakken in een pan is een korte techniek die geschikt is voor bijvoorbeeld vis, vlees, groente en aardappels. Het product moet gaar worden en tegelijkertijd een krokant bruin laagje krijgen. Dit geeft het product smaak.
2. Braden
Braden kan op twee verschillende manieren: in de oven en aan het spit. Deze bereidingstechniek zorgt ervoor dat producten de juiste gaarheid en een krokant laagje krijgen. Deze techniek is geschikt voor vlees, wild en gevogelte, maar ook voor groente, aardappelen, vis en schaaldieren.
Als je vlees in de oven wilt braden, bak het dan eerst even kort in een pan zodat het snel dichtschroeit. In de oven zal het verder garen. De temperatuur van de oven is afhankelijk van het soort product en de grootte daarvan.
Braden aan het spit werkt net even anders. Er wordt namelijk gebruikgemaakt van een open vuur, stralingswarmte of een warmte-element. Het vlees schroeit dicht als je het dicht bij de warmtebron houdt. Na het dichtschroeien kun je het vlees verder van de warmtebron afhouden. Ook is het belangrijk om het braadvocht op te vangen en het product er regelmatig mee te bedruipen.
3. Frituren
Een lekker kroketje of een frikandel. Ja, daar heb je de kooktechniek frituren voor nodig. Frituren gebeurt vaak in olie en is daardoor helaas niet zo gezond. Door de olie liggen de temperaturen bijna twee keer zo hoog als bij koken. Dit zorgt ervoor dat producten extra knapperig worden.
4. Grillen
Voor deze techniek is geen olie nodig. De warmte is afkomstig van een gloeiende gril. Dit kun je doen voor zowel verschillende groentes als vlees en vis. Ben je op dieet? Dan is grillen een goede optie!
5. Koken
Bij koken worden producten gaar doordat je ze in een pan doet met kokende vloeistof. Er wordt over het algemeen gekookt in water, maar je kunt ook in andere vloeistoffen koken (zoals wijn of melk). Water kookt bij 100°C en producten die geschikt zijn om te koken zijn pasta, rijst, aardappelen maar ook vlees en vis.
6. Pocheren
Pocheren gebeurt bij een temperatuur van 80°C, het water kookt dus niet. Hierdoor blijven veel ingrediënten heel en worden de producten langzaam gegaard. Deze techniek wordt vooral gebruikt voor ei en vis.
7. Roerbakken/wokken
Wokken doe je in, je raadt het al, een wok. Dit is een pan die van plaatstaal is gemaakt. Het heeft een holle bodem en hoge randen, waardoor het gerecht snel gaar wordt boven een felle hittebron. Wel belangrijk om het eten vaak te blijven omscheppen, zodat je voorkomt dat het aanbrandt. De producten behouden op deze manier hun kleur, vitamines en mineralen.
8. Stomen
In plaats van dat het product in kokend vloeistof wordt gelegd, wordt bij stomen het product daarboven gelegd. Het product gaart dan in het stoom van het kokende water. Producten die geschikt zijn om te stomen zijn groenten, rijst en gerechten zoals dumplings.
9. Stoven
Dit is een techniek waarbij producten lange tijd op een temperatuur van 90 à 100°C worden gegaard in een klein laagje vocht. Deze techniek gebruik je voor bijvoorbeeld stoofperen en stoofvlees waar het product langzaam gaar wordt en tegelijkertijd het vocht opneemt.
10. Smoren
Ten slotte kun je ingrediënten die een stevige structuur hebben ook smoren. Denk hierbij aan producten als gevogelte, vlees en kool. Eerst wordt een product gebraden bij ongeveer 180°C. Daarna laat je het doorgaren in een gesloten pan met een klein beetje vloeistof.
Lees ook: Overheerlijk recept: kipfilet met bacon en kaas
Wil je dit artikel bewaren? Pin ‘m dan op Pinterest!
Bron: libelle-lekker | Beeld: Unsplash, Jason Briscoe